99 ideetjes voor de Goede Daad op kamp :
- Iemand die jonger is dan jij, helpen met het dragen van een jerrycan water.
- Iemand met de glimlach verder helpen, die (nog maar eens) om een gunst komt vragen.
- Twee personen verzoenen met elkaar na een ruzie.
- Discreet de voorruit van de wagen wassen van iemand van de leiding of organisatie.
- Een kruisbeeld of een kapel met bloemen versieren.
- Iemand die moeilijk te benen helpen om het kamp te bezoeken.
- Voorstellen om te helpen met de vaat, ook ben jij niet aan de beurt.
- Nagaan of er nog papier of bladjes voorradig zijn in het toilet.
- Het werkgerief (of de gamel) die je geleend hebt, in de best mogelijke staat teruggeven.
- De slaapzakken en andere zakken op orde leggen in de tent.
- Een kleine verrassing voorbereiden, ter gelegenheid van een verjaardag (of een geboorte, of een feest) .
- Een vriend ervan overtuigen om aan zijn leider een verboden voorwerp, dat hij toch op kamp neenam, af te geven..
- De koffer en de binnenruimte van een wagen reinigen na gebruik.
- Vertragen tijdens een wandeltocht om iemand op te wachten die vermoeid is.
- De tijd nemen om een papiertje dat slingert op de grond of in een struik, op te rapen.
- Al lachend de mensen bedanken die ons hun gastvrijheid weigeren.
- Zijn drinkfles laten rondgaan en daarbij het risico lopen dat ze helemaal leeg is.
- De ‘doofstomme uithangen’tegen iemand die na het avondgebed toch begint te praten.
- Een lied zingen in het dorp om iemand op leeftijd een plezier te doen.
- Een flinke vetvlek in een grote gamel of kookpot uitwassen.
- De omheining van een veld of een hek dat openstaat, weer dicht doen.
- Een put graven om er de resten van het vuur in te begraven.
- Uit de haren van een hond de distels of puntige takjes verwijderen.
- Zijn zaken uitlenen, mét de glimlach.
- Zonder veel vertoon de tent op zijn rugzak nemen tijdens de wandeltocht.
- Een vuilniszak afsluiten voor hij uitpuilt en hem vervangen.
- Iemand helpen voor hij er zélf om vraagt.
- Voorstellen om de wacht te houden (indien nodig) als de anderen weggaan.
- Een slak (of een egel) van de weg halen, voor hij zou worden verpletterd.
- Ook de kwaliteiten van iemand in de verf zetten, nadat hij werd bekritiseerd.
- Een scheve tentharing rechttrekken.
- Naar iemand in de familie een briefje schrijven, die zelden of nooit post ontvangt.
- Er aan denken om iemand te bedanken die de vaat heeft gedaan.
- Gaan bidden op het kerkhof of aan het gedenkteken van de doden.
- Houtkrullen op rapen.
- Iemand aanmoedigen om een goede daad te volbrengen.
- Spullen die van de wasdraad gevallen zijn, oprapen en er weer aan hangen.
- Een gezamenlijke wasplaats uitkuisen.
- Precies dat wat je zélf lekker vindt in je picknickzak, met andere delen.
- Iemand anders laten voorgaan, als je de rij maakt.
- Overvolle vuilniszakken naar de organisatie brengen.
- Het vuur aanmaken voor iedereen opstaat.
- Besparen in explo, om aan een arme te geven, die je bij toeval tegenkomt.
- Een zakdoek of een papiertje oprapen dat op grond rondslingert.
- Zijn tijd nemen om de knopen te ontwarren in een opgerold touw.
- Iemand die op is van de zenuwen of stress, kalmeren.
- Een stuk toiletpapier begraven of een stuk touw dat blijft liggen.
- Iemand een kledingstuk lenen (een regenjas of een wintertrui) als die dat vergat mee te nemen op kamp.
- Een gerecht, dat je graag lust, toch grotendeels aan de anderen gunnen.
- Een lied aanheffen, als je merkt dat iedereen vermoeid geraakt.
- Een wagenspoor of een modderspoor uitwissen waar iedereen langskomt.
- Vroeg opstaan om de tafel te dekken, ook al ben je ‘niet van dienst’.
- Brood (water of zout) gaan halen (zoeken) om ervoor te zorgen dat niemand iets te kort komt.
- Helpen om een koffer te dragen of een grote zak met materiaal.
- Zich over iemand ontfermen die het even niet ziet zitten.
- De tent herstellen als die slijtage vertoont.
- Met de glimlach iemand beantwoorden die jou heeft beschuldigd of beledigd.
- Zware spullen uit een rugzak overnemen van iemand die het moeilijk heeft op trektocht.
- Beletten dat er vals gespeeld wordt tijdens een spel.
- De mensen vriendelijk begroeten als je door een dorp trekt.
- Het onderzeil van de tent proper maken.
- Een vriend aansporen om de weg naar het Sacrament terug te vindens.
- Iemand een stuk fruit aanbieden onderweg, tijdens de tocht.
- Zich als vrijwilliger melden voor een klus die niemand anders wil doen.
- Een stukje aluminiumfolie in het gras oprapen.
- Alle spullen bij elkaar verzamelen als er kans op een regenbui.
- Sinaasappelschillen bij elkaar rapen, die op de grond bleven slingeren.
- Bidden voor mensen die hun beklag maakten over scouts die wat te luidruchtig het dorp doortrokken.
- In alle discretie na het douchen terugkeren om de lavabo’s en toiletten op te kuisen.
Ook die van de anderen.
- Een plaats aanbieden op zijn regenponcho of jas om op te gaan zitten.
- Een kaartje schrijven naar zijn broers & zussen vanop het kamp.
- Materiaal dat zich opstapelt in koffers of zakken, op orde leggen.
- Stukjes touw die rondslingeren in de natuur oprapen & wegsmijten.
- Jouw snoep of lekkernij delen met anderen, zonder te zeggen dat ze van jou komt.
- Gevaarlijke stukken glas bij elkaar verzamelen en weggooien.
- Bij twijfel over de te nemen route aan een kruispunt, voorstellen om de weg te gaan verkennen.
- Zorg dragen voor materiaal en werktuigen die door iedereen worden gebruikt.
- Iemand van zijn zakgeld een kaars geven om aan te steken in de kerk of kapel.
- Zonder veel vertoon een bloemen aan een kruisbeeld of het altaar op het kampterrein leggen.
- Klimop verwijderen of knippen die een boom verstrengelt.
- De moeite doen om een slecht afgesloten kraan te sluiten.
- Iemand die door omstandigheden te laat gaat komen op de bijeenkomst/formatie, even helpen
- Schoenen van iemand opblinken zonder dat hij het in de gaten heeft.
- Van zijn vrije tijd opofferen aan iemand, terwijl je zin hebt om wat anders te doen.
- Zijn vieruurtje delen met een ander, die niet écht een vriend is.
- Een geleende jerrycan weer volledig vullen vooraleer ze terug te geven aan de eigenaar.
- Iets dat je gekocht hebt met je zakgeld, delen met een ander.
- Een boomstronk of een afgebroken tak snoeien.
- De zang- & gebedenboekjes na de eucharistieviering verzamelen.
- De rugzak van iemand die nogal slordig is, in orde brengen.
- Als iemand zonder zit : één van zijn batterijen of veters geven, ook al heb je er zelf dan geen meer in reserve.
- Tussenbeide komen om een kind te beschermen.
- Een ruzie of discussie die dreigt uit de hand te lopen, weet op het juiste spoor te zetten.
- De vaathanddoeken wassen en laten drogen.
- De wagen van de organisatie meehelpen uitladen na het boodschappen doen.
- Een vriend betrekken bij het spel, als hij wat ongelukkig (omdat hij bv. geen post kreeg op kamp) .
- Zijn witte handschoenen uitlenen voor een plechtigheid.
- Voorstellen om het kenteken van iemand terug te naaien.
- Iets doen ten dienste van iemand met wie men kort daarvoor in de clinch ging.
|
99 ideetjes voor de Goede Daad thuis :
- Even tijd uittrekken om stof af te doen op een vergeten meubelstuk.
- Iemand met de glimlach verder helpen, die (nog maar eens) om een gunst komt vragen.
- Twee personen verzoenen met elkaar na een ruzie.
- Zonder dat iemand er om vraagt, de voorruit van een wagen wassen.
- Een standbeeld of kruisbeeld versieren met bloemen.
- Een gehandicapte in zijn stoelen helpen bij het nemen van trappen.
- De vaat doen, ook al is dat geen verplichting (pannen, potten) .
- Nakijken (en ook vervangen indien nodig) of er WC papier voorradig is.
- Iets dat je geleend hebt van iemand, in de best mogelijke staat teruggeven.
- De vogelkooi kuisen (of van de hamster…)
- Een surprise voor een verjaardag, huwelijk of doopsel in elkaar steken.
- Een sigaret doven de een vriend je aanbiedt!
- Kruimels & stof verwijderen in de wagen.
- Stoppen met de wagen (of de fiets) om een voetganger te laten oversteken.
- Even de moeite doen om een papiertje dat op de grond ligt, op te rapen en in de vuilnisbak te gooien.
- De chauffeur van een autobus vriendelijk toelachen of bedanken na een rit.
- Zijn drinkfles of blikje laten rondgaan, en de kans lopen zelf niets meer te hebben.
- De bevoegde autoriteiten op de hoogte brengen van een drugspoor.
- Zieken opzoeken, of personen op leeftijd die weinig bezoek ontvangen.
- Een plekje in huis dat vaak wordt verwaarloosd, even proper maken.
- In de winter een deur sluiten die openstaat, waardoor de warmte binnnenblijft.
- Obscene opmerkingen of schuttingtaal verwijderen van een (toilet)muur.
- De vogels voederen in de winter.
- Zijn zaken uitlenen, mét de glimlach.
- De deurmat waar iedereen zijn voeten aan afveegt bij het binnenkomen, proper maken en buiten uitkloppen.
- Oud papier sorteren of glas naar de container brengen.
- De tafel dekken, zonder dat iemand het in de gaten krijgt.
- Voorstellen om op de kleine kinderen te letten (gratis) tijdens een namiddag.
- Een slak (of een egel of ander diertje) van de weg halen, om te voorkomen dat hij wordt overreden.
- Ook de kwaliteiten van iemand in de verf zetten, nadat hij werd bekritiseerd.
- Spinnenwebben wegnemen aan de muur of in een hoek.
- Schrijven naar iemand in de familie die eenzaam is en nooit post ontvangt.
- Iemand bedanken die in een publieke plaats voor het onderhoud zorgt.
- Een graf met een bloemetje versieren en bidden voor de overledene, ook al ken je hem niet.
- De achtergebleven kruimels op tafel verzamelen en opkuisen.
- Iemand aanmoedigen om een goede daad te volbrengen.
- Gevallen kledingstukken terug aan de kapstok hangen.
- Gezamenlijke wasplaatsen opkuisen.
- Iemand een pleziertje doen die jou niet helemaal ligt.
- De plaats laten aan iemand die in de rij aanschuift achter jou.
- De lege vuilnisbakken die op straat staan ’s morgens weer binnenzetten.
- Een ontbijtje klaarmaken voor iedereen uit bed komt.
- Besparen op het één & het ander en dan het uitgespaarde geld aan een arme geven, die je toevallig ontmoet.
- Een zakdoek of een papiertje oprapen dat op grond rondslingert.
- De tijd nemen om een gloeilamp, die door z’n hoogte of ligging moeilijk te bereiken is, toch te vervangen.
- Iemand die gestresseerd is, op zijn gemak stellen.
- Uitwerpselen van een hond keurig oprapen, zodat niemand anders daar in trapt.
- Na een maaltijd zijn bord en achtergebleven kruimels opruimen.
- Dingen hergebruiken die door andere al te snel worden weggeworpen.
- Een lied beginnen zingen, tijdens een fysieke zware opdracht.
- Meehelpen om een boodschappenwagentje over de trappen of een borduur te zetten.
- Vroeg opstaan om de tafel te dekken, ook al ben je ‘niet van dienst’.
- Iets gaan zoeken dat ontbreekt (op tafel bv.) vooraleer anderen het opmerken.
- In de kelder een zak aardappelen gaan halen (of een gasfles) .
- Iemand die zichtbaar vermoeid is, blij maken met een vriendelijk woord of gesprek.
- Een boek uit de bibliotheek, dat er erg aan toe is, opnieuw kaften.
- Zijn voorrang met de glimlach afstaan als je achter het stuur zit.
- De bagage van iemand in de trein dragen, die daar moeite mee heeft.
- Beletten dat er op het werk wordt gesjoemeld.
- Iemand achter een loket van openbare plaats vriendelijk begroeten.
- Als eerste een spons of dweil gaan zoeken als iemand water heeft gemorst.
- Een vriend aansporen om de weg naar het Sacrament terug te vinden.
- Iemand een stuk fruit aanbieden, die langs de weg loopt (bv. tijdens de zomervakantie) .
- Zich aanmelden als vrijwilliger als niemand het wil doen.
- Een stukje aluminiumfolie in het gras oprapen.
- Bellen naar de betrokken diensten om te signaleren dat er op de rijweg een gevaarlijk voorwerp ligt.
- Een gevallen stapel in een winkel terug in het rek plaatsen.
- Bidden voor iemand die je die dag kwaad berokkende.
- Een gezamenlijke plaats op orde zetten (zonder dat iemand het in de gaten heeft) .
- Op de tram of bus zijn zitplaats afstaan aan iemand die er meer behoefte aan heeft.
- Een kaartje onder de deur schuiven van de buren bij een feest (bv. moederdag) .
- Spullen opruimen die ergens in een hoek rondslingeren.
- Een lifter langs de weg, tot op de plaats van zijn bestemming brengen.
- Snoep of iets lekkers delen, zonder erbij te verdelen dat het van jou komt.
- Rondslingerende stukken glas oprapen, die gevaarlijk kunnen zijn.
- Voorstellen om iemand te gidsen tot bij zijn bestemming, als hij de weg kwijt is.
- Uiterste zorg dragen voor dingen die door iedereen worden gebruikt.
- Een kind in de kerk helpen bij het plaatsen van een kaars.
- Stiekem een bloemetje op tafel plaatsen thuis bij moeder.
- Klimop verwijderen die een boom versmacht.
- Een kraan afsluiten die altijd blijft lekken.
- Een kaartje voor tram of bus aanbieden aan iemand die gehaast is (en geen tijd heeft om er een te halen) .
- Schoenen van iemand opblinken, zonder dat hij het zelf merkt.
- Toch zijn tijd nemen voor de dingen, al ben je gehaast.
- Je vieruurtje delen met een kameraad, waar je niet vaak mee optrekt.
- Een geleende wagen terugbezorgen aan de eigenaar, met volle tank.
- Een fooi geven – zomaar – aan een straatveger of iemand die een klus opknapt.
- Een plant watergeven en zijn bladeren afkuisen.
- De zangboekjes die zijn blijven liggen in een kerk, verzamelen en op orde leggen.
- In alle stilte het bed opmaken, van iemand die verzuimde dat te doen.
- Terugkeren om het licht uit te doen in een plaats waar niemand meer is.
- Tussenbeide komen om de meest zwakke te beschermen.
- Een ruzie of discussie die dreigt uit de hand te lopen, bijsturen in de juiste richting.
- De keukendweil uitspoelen.
- Helpen om de wagen mee uit te laden na het boodschappen doen.
- Een vriend – die vaak wordt buitengesloten – uitnodigen om mee te komen spelen.
- De voederbak van de hond (of kat) uitkuisen.
- Een gescheurd kledingstuk terug opknappen.
- Een mis laten opdragen voor de verwaarloosde zielen van het vagevuur.
|